Concertinformatie
Liberté - Vrijheid - Paul Éluard
“Sur mes cahiers d’écolier
Sur mon pupitre et les arbres
Sur le sable sur la neige
J’écris ton nom
“Op mijn schoolschriften
Op mijn bureau en de bomen
Op het zand in de sneeuw
Ik schrijf je naam
Sur les merveilles des nuits
Sur le pain blanc des journées
Sur les maisons fiancées
J’écris ton nom
Over de wonderen van de nachten
Op het witte brood van weleer
Op geëngageerde seizoenen
Ik schrijf je naam
Sur chaque bouffée d’aurore
Sur la mer sur les bateaux
Sur la montagne démente
J’écris ton nom
Bij elke ademtocht van de dageraad
Op de zee met de boten
Op de gekke berg
Ik schrijf je naam
Sur la vitre des surprises
Sur les lèvres attentives
Bien au-dessus du silence
J’écris ton nom
Op het venster van verrassingen
Op aandachtige lippen
Ver boven de stilte
Ik schrijf je naam
Sur l’absence sans désir
Sur la solitude nue
Sur lesmarches et la mort
J’écris ton nom
Over afwezigheid zonder verlangen
Over naakte eenzaamheid
Op de dodenmarsen
Ik schrijf je naam
Sur la santé revenu
Sur le risque disparu
Sur l’espoir sans souvenir
J’écris ton nom
Op teruggekeerde gezondheid
Op het risico verdwenen
Over hoop zonder herinnering
Ik schrijf je naam
Et par le pouvoir d’un mot
Je récommence ma vie
Je suis né pour te connaître
Pour te nommer”
En door de kracht van een woord
Ik begin mijn leven opnieuw
Ik ben geboren om jou te kennen
Om jou een naam te geven”
"Liberté" behoort tot de meest aangrijpende gedichten uit de Franse literatuur van de twintigste eeuw. Geschreven in 1942,
ten tijde van de Duitse bezetting van Frankrijk, ademt het werk de geest van verzet en hoop die zo kenmerkend was voor
deze donkere periode. Wat begon als een liefdesgedicht onder de titel "Une seule pensée" transformeerde tijdens het
schrijfproces tot een universele ode aan de vrijheid.
De kracht van het gedicht schuilt in zijn bedrieglijke eenvoud. In eenentwintig strofen van vier regels bouwt Éluard een
bezwerende cadans op, waarbij elke strofe eindigt met de regel "J'écris ton nom" - "Ik schrijf je naam". Het is een
surrealistische reis door beelden en associaties, waarbij de dichter zijn boodschap schrijft op alles wat hij waarneemt:
van schoolschriften tot wapens, van de jungle tot woestijnzand.
Pas in de laatste strofe onthult Éluard het object van zijn dichterlijke devotie: de vrijheid zelf. Deze onthulling
transformeert retroactief alle voorgaande strofen en geeft het gedicht zijn volle politieke en emotionele lading.
Het werd dan ook geen toeval dat de geallieerden exemplaren van het gedicht boven bezet Frankrijk uitstrooiden,
waar het uitgroeide tot een symbool van de Franse verzetsbeweging.
Het fascineert hoe Éluard, als voormalig surrealist, de experimentele technieken van deze beweging inzet voor een direct
politiek doel. De opeenstapeling van beelden, kenmerkend voor het surrealisme, krijgt hier een nieuwe urgentie.
Elk beeld, elke regel wordt een daad van verzet tegen de onderdrukking, een bevestiging van de menselijke
waardigheid in tijden van barbarij.
Tot op de dag van vandaag blijft "Liberté" resoneren, ver voorbij zijn oorspronkelijke historische context.
Het gedicht bewijst hoe poëzie, zelfs in de donkerste tijden, kan fungeren als een baken van hoop en een stem
van verzet. In zijn regels vinden we niet alleen een getuigenis van een specifiek historisch moment, maar een tijdloos
monument voor het menselijk verlangen naar vrijheid.
Think of Others - Den aan anderen - Mahmoud Darwi
As you prepare your breakfast, think of others. Terwijl je je ontbijt klaarmaakt, denk dan aan anderen.
(Do not forget the pi-geon’s food). (Vergeet het voer van de duif niet).
As you con-duct your wars, think of others. Terwijl je je oorlogen voert, denk dan aan anderen.
(Do not for-get those who seek peace). (Vergeet degenen die vrede zoeken niet).
As you pay your water bill, think of others. Terwijl je je waterrekening betaalt, denk aan anderen. (Those who are nursed by clouds). (Degenen die door wolken worden verzorgd).
As you return home, to your home, think of others. Terwijl je naar huis terugkeert, naar je huis, denk dan aan anderen.
(Do not forget the people of the camps). (Vergeet de mensen in de kampen niet).
As you sleep and count the stars, think of others. Terwijl je slaapt en de sterren telt, denk aan anderen.
(those who have nowhere tot sleep). (Degenen die nergens kunnen slapen).
As you liberate yourself in metaphor; think of others Terwijl je jezelf bevrijdt in metaforen, denk aan anderen
(those who have lost the right to speak). (Degenen die het recht om te spreken zijn verloren)
As you think of others far away, think of yourself. Terwijl je denkt aan anderen de ver weg, denk aan jezelf.
(Say: “If only I were a candle in the dark"). (Zeg: “Kon ik maar een kaars in het donker zijn”).
Dit gedicht van Mahmoud Darwish, een van de meest gerespecteerde stemmen uit de Arabische literatuur, is geschreven
tegen de achtergrond van de Palestijnse strijd voor zelfbeschikking en onafhankelijkheid. Als een van de meest prominente
Palestijnse dichters, was Darwish's werk onlosmakelijk verbonden met het lot van het Palestijnse volk.
Mahmoud Darwish werd geboren in 1941 in Galilea, dat toen nog onder Brits mandaat stond. Zijn jeugd werd getekend door
de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 en de daaropvolgende Nakba, waarin honderdduizenden Palestijnen ontheemd
raakten. Dit trauma zou een centraal thema worden in Darwish's poëzie, waarin hij onophoudelijk pleitte voor erkenning en
zelfbeschikking voor het Palestijnse volk.
"As you prepare your breakfast, think of others" is geschreven in 1980, een periode waarin het Israëlisch-Palestijns conflict
opnieuw oplaaide. Na de bezetting van de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever in 1967, was de situatie voor veel
Palestijnen uitermate precair geworden. Darwish, die zelf lange tijd in ballingschap moest leven, schreef dit gedicht als
een oproep tot universele menselijkheid en solidariteit.
De korte, repetitieve verzen weerspiegelen Darwish's overtuiging dat compassie en empathie de sleutel zijn tot het
overwinnen van politieke conflicten. Door de lezer keer op keer te confronteren met het lot van "de ander" - of dat nu
vluchtelingen, vredestichters of onderdrukte stemmen zijn - daagt hij ons uit om onze eigen privileges en blinden vlekken
te erkennen.
Opgebouwd uit een reeks van korte, parallelistische regels, heeft het gedicht een meditatieve, haast biddende kwaliteit.
Steeds opnieuw daagt Darwish de lezer uit om "te denken aan anderen" - een eenvoudige, maar dwingende instructie
die de grenzen van de eigen ervaring overstijgt.
De thematiek is onmiskenbaar politiek. Darwish verweeft verwijzingen naar oorlog, vluchtelingenkampen en onderdrukte
stemmen door het gehele werk heen. Tegelijkertijd heeft het gedicht een universele, existentiële dimensie.
Ieder mens wordt opgeroepen om in de alledaagse handelingen van het bestaan - ontbijten, slapen, zich bevrijden in
metaforen - te reflecteren op het lot van anderen. Tegelijkertijd heeft het gedicht een diepere, meer existentiële laag.
Darwish appelleert aan een fundamentele menselijke behoefte om verbonden te zijn, om onze individuele bestaanswijze
te overstijgen en ons te voegen in een groter geheel. Zijn oproep tot "denken aan anderen" is een poging om de grenzen
van het Zelf te doorbreken en ons te herinneren aan onze onderlinge afhankelijkheid.
In die zin transcendeert dit gedicht zijn oorspronkelijke politieke context en wordt het een universele oproep tot compassie
en solidariteit. Darwish's stem voegt zich bij een rijke traditie van poëzie die de lezer uitdaagt om voorbij zichzelf te kijken
en oog te hebben voor het lot van de medemens.
Het is een boodschap die in onze gefragmenteerde, zelfgerichte tijd misschien wel relevanter is dan ooit.
Opvallend is ook de toon van zachte dringendheid. Darwish spreekt niet in termen van plicht of veroordeling, maar nodigt
de lezer uit tot een daad van de verbeelding - "Zeg: 'Als ik slechts een kaars was in het duister.'" Het is een poëtisch gebaar
dat oproept tot empathie en inlevingsvermogen, in plaats van morele veroordeling.
Uiteindelijk functioneert dit gedicht als een spiegel voor de lezer. Door ons te confronteren met onze neiging tot
zelfgerichtheid en onoplettendheid, dwingt Darwish ons na te denken over onze plaats in een groter geheel.
Zijn oproep tot "denken aan anderen" is een poging om de grenzen van het individuele bestaan te overstijgen en ons te
verbinden met het lot van de mensheid.
In een tijd waarin polarisatie en onverschilligheid welig tieren, blijft dit bescheiden, maar krachtige gedicht een
belangwekkende stem voor compassie en solidariteit. Door eenvoudige, alledaagse handelingen te verbinden met
een groter besef van medemenselijkheid, creëert Darwish een poëtische ruimte waarin we onszelf kunnen herkennen
en tegelijkertijd getransformeerd worden.
No man is an island - Geen mens is een eiland - J
No man is an island, entire of itself. Every man is a piece of continent, apart of the main.
If a clod be washed away by the sea, Europe is the less.
As well as if a promontory were: As well as iff a manor of thy friend’s, or of thine own were.
Any man’s death dominishes me, because I am involved in mankind.
And therefore never send to know for whom the belss tolls; It tolls for thee.
Geen mens is een eiland in zichzelf besloten. Elk mens is een stukje continent, deel van het vastevasteland.
Als een kluit aarde wegspoelt in zee, krimpt Europa,
Of als een klip wegspoelt, of het huis van je naaste, of dat van jou.
Elk sterfgeval neemt iets van mij weg; omdat ik deel uitmaak van de mensheid.
Vraag daarom nooit voor wie de doodsklok luidt. Zij luidt voor jou.
Dit gedicht is geschreven in 1624. Als onderdeel van zijn "Devotions upon Emergent Occasions", vertegenwoordigt Donne
een van de meest invloedrijke meditatieve prozagedichten uit de Engelse literatuur.
De tekst die eigenlijk deel uitmaakt van "Meditation XVII", heeft zich in de loop der eeuwen losgezongen van zijn
oorspronkelijke context en is uitgegroeid tot een universele beschouwing over menselijke verbondenheid.
Donne schreef deze regels tijdens een periode van ernstige ziekte, een ervaring die hem confronteerde met zijn
eigen sterfelijkheid. Als vooraanstaand metafysisch dichter van zijn tijd wist hij persoonlijke ervaring te verweven
met diepgaande filosofische en theologische reflectie. Het gedicht ontstond in een tijdperk waarin Engeland zich
ontwikkelde als maritieme mogendheid, wat de kracht van de eilandmetafoor des te treffender maakt.
De openingsregels "No man is an island, entire of itself" zetten direct de toon voor een diepgaande beschouwing over
menselijke verbondenheid. Donne gebruikt de geografische metafoor van het eiland meesterlijk om zijn centrale these
te ontwikkelen: ieder mens maakt deel uit van een groter geheel.
Zijn taalgebruik is tegelijk eenvoudig en complex, toegankelijk en gelaagd. Een kenmerk van de metafysische poëzie
waarin hij excelleerde.
In het tweede deel van het gedicht introduceert Donne de beroemde kerkklok-metafoor: "never send to know for whom
the bell tolls; it tolls for thee." Deze regels transcenderen hun religieuze oorsprong en zijn uitgegroeid tot een
universele waarschuwing over de onderlinge afhankelijkheid van mensen. Het luiden van de doodsklok voor één persoon
raakt de hele gemeenschap, een gedachte die in onze geglobaliseerde wereld misschien wel relevanter is dan ooit.
De blijvende impact van Donnes woorden blijkt uit hun voortdurende aanwezigheid in de moderne cultuur, van
Ernest Hemingways roman "For Whom the Bell Tolls" tot hedendaagse discussies over solidariteit en sociale
verantwoordelijkheid. Het gedicht blijft resoneren omdat het een fundamentele waarheid verwoordt over de menselijke
conditie: onze onderlinge verbondenheid is geen keuze maar een gegeven, geen ideaal maar een realiteit.
In een tijd waarin individualisme vaak wordt verheerlijkt, herinnert Donnes gedicht ons eraan dat geen enkel mens
werkelijk op zichzelf kan bestaan. Het is een tijdloos manifest voor menselijke solidariteit, geschreven in een periode
van persoonlijke crisis, maar uitgegroeid tot een universele waarheid die de eeuwen heeft getrotseerd.
Wouter Hakhoff
Wouter Hakhoff heeft als muzikant een lange en succesvolle carrière achter de rug als dirigent, trompettist en componist. Hij heeft het geluk gehad dat hij op vele plekken in binnen- en buitenland heeft mogen optreden met een keur aan orkesten, bands en losse musici. Daarnaast heeft hij in de cultuursector veel georganiseerd, van festivals tot grote evenementen. Tot een jaar of tien geleden heeft hij dat full time gedaan. Daarna is hij directeur van de muziekschool in Hoorn geworden. Sindsdien probeert hij zijn leven als muzikant te combineren met een leven als leidinggevende in de culturele sector.
Via de platencollectie van zijn ouders maakt Wouter kennis met de klassieke muziek. Ook bij de Hoornse Brassband, waar hij zich op zijn tiende bij aansluit, wordt klassiek werk gespeeld. Hij speelde hier cornet. Rond zijn veertiende doet Wouter met succes auditie bij het Noord-Hollands Jeugdorkest, waar hij jarenlang trompet speelt. Daarnaast speelde hij al in veel bandjes de pop scene van Westfriesland. Dat hij tijdens de militaire dienst bij de harmonie door een gelukkig misverstand de eerste bugel gaat spelen, is voor zijn ontwikkeling als musicus doorslaggevend geweest. Door een medemuzikant in deze periode wordt Wouter gevraagd om mee te spelen in een nieuwe Amsterdamse bigband, waar hij als relatief beginnend trompettist zijn noten kraakt tussen de ervaren jazzmuzikanten.
Dat alles brengt Wouter ertoe auditie te doen bij het Sweelinck conservatorium in Amsterdam. Naast schoolmuziek studeert hij klassiek trompet en wordt na enkele jaren toegelaten voor de studie jazztrompet. Omdat hij inmiddels ook het dirigeerstokje hanteert, meldt hij zich aan voor de dirigentenopleiding aan het conservatorium.
Na zijn opleiding is Wouter actief gebleven in al deze disciplines. Als dirigent was hij actief in de klassieke muziek. Zo dirigeert hij lange tijd de eindexamenstudenten van de opleiding van componist Louis Andriessen. Maar ook dirigeerde hij, koren, symfonieorkesten en moderne jazzorkesten. In die hoedanigheid toerde hi door heel Europa. Als trompettist belandde hij via de jazz in de popmuziek waarin hij jarenlang met de grootste acts het podium deelt. Ook was hij jaren werkzaam als dirigent en arrangeur voor het leerorkest in Amsterdam, waar vele kinderen op de basisschol al onder zijn leiding in aanraking kwamen met muziek en hoe het is om in een orkest spelen. Sinds zijn nieuwe carrière als cultuurbestuurder is Wouter vooral projectmatig bezig met muziek. Zowel als componist, trompettist en als dirigent. Al heeft hij nog één vast orkest: Het Hoorns Harmonieorkest.
En nu dan het projectkoor van Sappho waar hij zeer geniet van de repetities.
Vanaf oktober 2023 studeert Sappho onder Wouters leiding, met pianist Per Jon en gitarist Ronald Spanjaardt, op de muziek voor het concert dat in april 2024 uitgevoerd zal worden in de Hoornse Oosterkerk. Informatie over dat concert is elders op deze website te vinden.
Kijk ook eens in het menu “Over Sappho” waarin al iets te lezen valt over het bevrijdingsconcert 2025 dat Sappho zal uitvoeren onder de enthousiaste en inspirerende leiding van componist en dirigent Wouter Hakhoff.